De koning en de koloniaal is een kroniek met twee verhaallijnen in de tegenwoordige tijd, die elkaar steeds weer kruisen. Verstokte (standvastige) oranjewachters.

Een ideologische sleutelroman en een historische ontdekkingsreis door de roerige negentiende eeuw. Het geeft de lezer een inkijkje in het leven van de hoogste gezagsdragers van ons koninkrijk en de handel en wandel in ons koloniale tijdperk. De geschiedenis is niet geschreven met het oogmerk te beledigen of om te kwetsen, maar om tegenwicht te bieden aan de grote stortvloed van verdraaiingen over het Nederlandse Indisch verleden.

Het levenspad van Johannes Slüsser staat centraal. In het boek wordt zijn levenspad gevolgd. Het is een bastaard die van jongsaf met een trauma is opgezadeld en uitgroeit van een iel knaapje tot een krijgsman in het Indisch leger. Koude ogen zonder medeleven vormen zijn ultieme schrikbeeld. Het is een kapsonesvrije K.N.I.L. Soldaat die met het hart op de tong spreekt over het doen en laten van 's lands bezettingsleger in de 19e eeuw in haar kolonie: Indië.