De meest spraakmakende, controversiële, schokkende en nog altijd actuele columns van Selma Schepel, gepubliceerd in Trouw van 1993 tot 2000.
Van jongs af aan was Selma altijd al met taal bezig. Bij haar eindexamen Nederlands, op het Vissering Atheneum te Velsen behaalde zij een tien.
Behalve hoogbegaafd was zij ook zeer kunstzinnig, na haar middelbare school bezocht ze eerst de Academie voor Beeldende Kunsten te Arnhem. Tijdens haar studie klassieke Semitische talen aan de Vrije Universiteit te Amsterdam begon zij al snel voor het universiteitsblad Ad Valvas columns te schrijven en cryptogrammen te maken. Woordgrapjes maken en puzzels oplossen gingen samen met het ontcijferen van het Babylonisch spijkerschrift.
Nadat het dagblad Trouw meerdere ingezonden brieven van haar op de Podiumpagina had opgenomen, werd haar door Ferry Eiselin en Jet Kunkeler, de toenmalige redacteuren van deze pagina, gevraagd een wekelijkse column te gaan schrijven. Hier vond zij de gelegenheid haar maatschappijkritische houding en haar grote rechtvaardigheidsgevoel de eer aan te doen.
Dit resulteerde vrijwel altijd in heftige ingezonden brieven, zowel van aperte tegenstanders van haar standpunten, maar ook van intense adhesiebetuigingen. Veel van de kwesties die in de periode dat zij deze columns schreef speelden, staan nog steeds volop in de belangstelling. Daarom is het zeer de moeite waard haar columns te herlezen. Door haar zeer scherpe taalgebruik
ou deze bundel een leerboek kunnen zijn voor de generatie columnschrijvers, die na haar is gekomen, en die haar nooit gekend heeft.