Rachel Saunders komt bij in een vreemd bos. Ze is alleen en het is nacht. Ze is gewond en kan zich nergens aan herinneren. Na enige tijd komen er wel herinneringen terug, maar alles wat de laatste drie weken is gebeurd, blijft een mysterie. Rachels vriend Jonathan Lauder spoort haar op en vertelt dat ze vorige week zonder hem vanuit Engeland is vertrokken en naar Schotland ging, om de begrafenis bij te wonen van haar beste vriendin Jenny Dougal. Zij stierf onverwacht door een ongeluk.

Na de uitvaartdienst was Rachel enkele dagen als van de aardbodem verdwenen, tot ze haar ogen opende, die nacht in dat Schotse bos, en kortetermijn geheugenverlies bleek te hebben. Rachel moet in de dagen dat ze werd vermist wel iets heel ongewoons hebben meegemaakt, want opeens beweert ze dat Jenny niet dood is. Ook meent ze dat ergens een wezen rondwaart. Het heeft de vleugels van een vleermuis en de kop van een wolf. Dit gedrocht zou de sleutel zijn naar het mysterie.

Rachel heeft geen herinneringen, laat staan bewijzen, om haar overtuigingen mee te staven. Jonathan gelooft er niets van. Op haar aandringen vergezelt hij haar, met tegenzin, echter toch op een zoektocht naar Jenny.

Ze vinden meer dan ze verwacht hadden. Spoedig jaagt een duivels kwaad Rachel op.